Bybele Beginsels
Studie 5: Die Koninkryk Van God
Die Koninkryk Gedefinieer | Die Koninkryk Bestaan Nie Nou Al Nie | Die Koninkryk Van God In Die Verlede | Die Koninkryk Van God In Die Toekoms | Die Millennium | Inset (Die Koninkryk Is 'N Letterlike Werklikheid., Opsomming Van Die Geskiedenis Van Israel) | Vrae

5.2 HET KONINKRIJK IS NU NOG NIET OPGERICHT

Het idee dat bij vele bestaat, is dat Gods‘ Koninkrijk nu al volledig bestaat en wel als de huidige gelovigen – de "kerk". Het is waar dat ware gelovigen het vooruitzicht hebben om gered te worden en hoop hebben op een plek in het Koninkrijk . Er kan echter geen twijfel bestaan dat we nu al volkomen in het Koninkrijk zouden zijn aangezien Christus nog niet is teruggekeerd om dit op te richten.

Het zou duidelijk moeten zijn uit onze studie tot zover dat "vlees en bloed het Koninkrijk Gods niet kunnen beerven " (1 Korinthiers 15:50). Wij zijn "erfgenamen van het Koninkrijk dat Hij belooft heeft aan wie Hem liefhebben" (Jakobus 2:5). De doop maakt ons erfgenamen van de beloftes die aan Abraham gemaakt zijn – beloftes die de basis van het Evangelie van de Koninkrijk omvatten (Mattheus 4:23; Galaten 3:8, 27-29). Beloftes van het Koninkrijk en Jezus‘ wederkomst zijn volop in de Bijbel te vinden.

It’s therefore common to come across promises of inherting the kingdom at Christ’s return, wanneer de beloftes aan Abraham vervult zullen worden (Mattheus 25:34 ; 1 Korinthiers 6:9,10 ; 15:50 ; Galaten 5:21; Efeziers 5:5). Het vele gebruik van deze taal van toekomstige erfenis laat zien dat het Koninkrijk nog niet in het bezit is van de huidige gelovigen.

Jezus heeft een gelijkenis vertelt om degene die dachten dat het Koninkrijk onmiddellijk zou verschijnen tot rechte inzicht te brengen. Hij zei "een man van hoge geboorte trok naar een ver land om voor zich de koninklijke waardigheid in ontvangst te nemen en daarna terug te keren." Hij had zijn knechten achtergelaten met verschillende verantwoordelijkheden:– "En toen hij terugkwam, nadat Hij de koninklijke waardigheid verkregen had, riep hij die knechten, aan welke hij het geld gegeven had, bij zich en oordeelde hen." (Lucas 19:11-27). De man van hoge geboorte vertegenwoordigd Christus die naar de hemel ("ver land") zou gaan om het Koningschap te ontvangen waarmee Hij zal terugkeren ten tijde van het oordeel,de tweede komst. Het is dus onmogelijk voor de "dienstknechten" om het Koninkrijk nu te bezitten ten tijde van hun meester’s afwezigheid. Het volgende is het verdere bewijs hiervan :

? "Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld" heeft Jezus gezegt in Johannes 18:36. Echter, zelfs op dat moment kon hij zeggen "Ik ben een koning" (Johannes 18:37). Jezus ‘ huidige koningschap betekend dus niet noodzakelijk dat Zijn Koninkrijk ook nu gevestigd is. zelfs de gelovigen in de eerste eeuw worden beschreven als WACHTENDE "voor het Koninkrijk van God " (Marcus 15:43).

? Jezus zei tegen zijn discipelen dat Hij geen wijn meer zou drinken "tot op die dag, dat Ik haar met u nieuw zal drinken in het Koninkrijk van mijn Vader" (Mattheus 26:29). Dit impliceert duidelijk dat het Koninkrijk in de toekomst moet wezen.

? Jezus vertelde van tekens die aan zijn tweede komst vooraf zouden gaan, en Hij sluit het met de volgende woorden af: "Zo moet ook gij, wanneer gij dit ziet geschieden, weten dat het Koninkrijk Gods nabij is. (Lucas 21:31). Het is onlogisch als het Koninkrijk nu al, voor zijn tweede komst, reeds zou bestaan.

? "Wij moeten door vele verdrukkingen het Koninkrijk Gods binnengaan" (Handelingen 14:22). Geen wonder dat alle lijdende gelovigen oprecht bidden dat het Koninkrijk mag KOMEN(Mattheus 6:10).

? God roept ons "tot Zijn Koninkrijk en heerlijkheid" (1 Tessalonicenzen 2:12); en wij moet "toegang" tot dat Koninkrijk zoeken door nu een geestelijk leven te leven (Mattheus 6:33).

IS HET KONKRIJK GODS BINNENIN U?

Alle sterke bewijzen te spijt, verkiezen veel orthodoxe Christenen om hun geloof, dat het Koninkrijk van God nu in de harten van gelovigen bestaat, op een enkele versgedeelte te baseren : "En ook zal men niet zeggen: zie, hier is het of daar! Want zie, het Koninkrijk Gods is bij u " (Lucas 17:21). Een betere vertaling zou zijn: “het koninkrijk Gods is (te midden van u)(onder)u.”

De kontekst laat zien dat Jezus sprak met de Farizeeers (v.20); het "u" verwijst dus naar hun. Zij waren absoluut geen gelovigen van Christus– het Koninkrijk was beslist niet in hun hart. De Joden maakten van hun ijver naar de zoektocht naar de Messias een grote publieke show. Jezus‘ punt was dat zij ironisch genoeg gefaald hadden door niet in te zien dat het Koninkrijk Gods eindelijk in hun midden was, aangezien de koning van het toekomstige Koninkrijk (Jezus) in hun midden was.


  Back
Home
Next